Het gaat al maanden en jaren slecht in je relatie, maar wanneer is het genoeg? Wanneer heb je hard genoeg gevochten en kan je zonder schuldgevoel een einde maken aan een relatie? Een vraag die we als relatietherapeut vaak krijgen. Mensen zitten vaak al lang in een slechte periode vooraleer ze naar een therapeut stappen. En soms komen ze te laat. ‘We kunnen nog reanimeren, maar een dode kan je niet tot leven wekken’, dat geldt ook voor relaties.
Het kantelpunt wordt vaak voorafgegaan door al heel erg slechte periodes. Periodes waarin je meer ruzie maakt dan wat anders. Communiceren lukt gewoon niet meer. je hebt het gevoel dat je de ander, en de ander jou, helemaal niet begrijpt. Jullie spreken precies plots een andere taal. En als je al praat dan is er niets leuk meer aan. Het gaat steeds over problemen, over wat er anders moet, over wat er fout gaat, over miscommunicatie. Geen gezellige babbels over koetjes en kalfjes, over werk en dagdagelijks Aha-momentjes. Je merkt dat je liever langer blijft werken dan op tijd naar huis gaat, of dat je samen met de kinderen al naar boven trekt met een boek in bed in plaats van je knus samen in de zetel te installeren. Uiteraard is de laptop een makkelijke bliksemafleider. Niet alleen het vrijen wordt minder, maar elke vorm van intimiteit gaat achteruit: er worden geen complimentjes meer gegeven, geen kleine lieve aanrakingen, geen speelse tik op de billen of hand op je been terwijl je rijdt. Het ene koppel maakt elke dag ruzie, het andere koppel vermijdt elkaar en bij nog andere koppels begint de een weg te lopen en slaat de ander daardoor net in paniek en begint zich erg jaloers en aanklampend te gedragen. Toch kiezen heel wat mensen ervoor om in zo een situatie te blijven zitten, terwijl heel hun omgeving alleen maar aan het hopen is dat ze uit elkaar gaan.
Hoe raar het ook mag klinken maar het zinnetje ‘wat gaan de mensen zeggen’ speelt voor velen nog een belangrijke rol. Het idee dat iedereen van het dorp plots gaat zien dat zij toch niet zo een ideale koppel waren als ze lieten uitschijnen, schrikt heel wat mensen af. Dat gevoel van schaamte gaat soms samen met een groot schuldgevoel. Een schuldgevoel naar de pijn die de mensen rondom hen wordt aangedaan. ‘Ik kan het mijn moeder niet aandoen, die heeft al een zwak hart’, hoorde ik afgelopen week nog zeggen in mijn praktijk. Maar zeker ook een schuldgevoel naar de kinderen en naar de ex zelf. Schuldig om de pijn die ze hen gaan aandoen, het financiële gevolg, het verlies van het huis,…
Een andere reden die ik ook vaak te horen krijg is dat mensen voor zichzelf hebben uitgemaakt dat ze niets beters kunnen te pakken krijgen. Ze vinden dat ze zelf niet beter verdienen en blijven dan ook gedwee in de slechte relatie zitten. Bij velen speelt het gevoel angst een belangrijke factor. Angst om alleen te zijn, angst om het huishouden alleen niet rond te krijgen, angst voor de eenzame avonden, angst om de verantwoordelijkheid van een gezin alleen te moeten dragen. Maar ook angst voor het welzijn van de ander. Angst dat de partner in een depressie zou raken, zelfmoord zou plegen of financieel onderuit zou gaan.
En sommigen blijven gewoon hopen…. Hopen dat de partner verandert, hopen dat omdat de omstandigheden zullen veranderen er minder irritaties zullen zijn, hopen dat de ander zijn of haar depressie eindelijk aanpakt, hopen dat de schoonfamilie bijdraait,… Jarenlang hopen tegen beter weten in. Want een relatie beëindig je niet zomaar, want je hebt een geschiedenis met elkaar en hoopt misschien nog steeds dat de problemen op een gegevens moment opgelost zouden zijn.
Maar wanneer is het dan toch genoeg? Wanneer komt dat ene kantelpunt waarop een van de twee zeg: ‘Nu stopt het, voor goed’. Want het is al vaak gezegd in grote crisis om dan enkele dagen de wonden te likken en toch weer verder te doen.
Mensen die verder blijven doen, die willen dat. Ze hebben een reden, hoe fout die reden in de ogen van de omstaanders ook mogen wezen, om in de relatie te blijven zitten. Het kunnen is soms moeilijk en daarom zoeken ze hulp. En dat zijn reanimaties die soms na lang zoeken en proberen er toch voor zorgen dat mensen een nieuw verhaal samen beginnen maken. Samen een nieuwe definitie geven aan ‘ons’ en samen na een tijd naar elkaar kunnen kijken en zeggen ‘Amaai, dat was een zware periode’, terwijl ze even in elkaars hand knijpen.
Het kantelpunt is wanneer mensen niet meer willen. Je kan uitgeput zijn, weg willen van de situatie, de ruzies niet meer aankunnen, te angstig zijn, te boos zijn,… dan kan je niet meer, maar dan wil je ergens nog wel. Dan is er nog een betrokkenheid naar de partner, dan voel je nog iets, dan wil je dat het nog iets wordt. Die mensen halen het wel, die zijn te reanimeren. Wanneer iemand echt niet meer wil, wanneer er onverschilligheid en gelatenheid is, wanneer de ander geen emotie meer voelt naar de partner… Dan stopt het. Dan is een relatie dood en doden terug levend maken, dat lukt helaas niet.