Waarop baseer je je als je het avontuur van een relatie aangaat: op je hoofd, je hart of je onderbuik?
Alles begint met de vraag of je voor een nieuwe relatie openstaat. Deze noodzakelijke voorwaarde wordt wellicht in grote mate beïnvloed door eerdere ervaringen. De eerste keer dat we een partnerrelatie beginnen staan we er als vanzelf voor open, gewoon omdat we nog geen ervaringen hebben, laat staan negatieve. Vanaf de tweede keer spelen de vorige ervaringen mee, ook al zouden we willen van niet. We worden wat voorzichtiger, uit angst dat sommige dingen opnieuw zouden gebeuren. Meestal groeit de graad waarin we open staan voor een nieuwe partner, naarmate het langer geleden is dat we een relatie hadden. Het verlangen samen te zijn met iemand wordt langzaam maar zeker groter dan de angst dat er iets verkeerd zou lopen. Open staan voor een nieuwe partnerschap is zelf dus al het gevolg van een samenspel van hoofd, hart en onderbuik.
Eens je het er opnieuw op wenst te wagen, kan je ondernemingszin sterk verschillen: tussen de uitersten van ‘alleen maar afwachten tot er iets beweegt’ en ‘zelf stappen ondernemen om potentiële partners te leren kennen’. Ook dit verschil houdt met heel wat factoren verband. Mensen kunnen ondernemend zijn van karakter, of juist niet. Ook hier speelt de kans een blauwtje te lopen een rol. Veel mensen durven niets te ondernemen, omdat een afwijzing als traumatisch kan beleefd worden. Zo’n verlammende angst kan je maar beter proberen te overwinnen, of het wordt zelden iets.
De volgende stap in de chronologie van de relatie is de verliefdheid, een gevoel die door veel mensen ter hoogte van de onderbuik gelokaliseerd wordt. Maar goed dat dit gevoel bestaat, daarzonder zouden er maar weinigen het risico nemen een relatie te beginnen. Eens de relatie een tijdje duurt en de verliefdheid is eerder een zaak van opflakkeringen dan een constante, komt een andere vraag aan de oppervlakte: zullen we bij elkaar blijven? Dit is misschien de meest rationele vraag in een chronologische reeks. Hier stel je bijvragen als: Passen we bij elkaar? Vullen we elkaar voldoende aan? Zijn er niet teveel praktisch hinderpalen? Dergelijke verstandelijke overwegingen zijn zeker op hun plaats. Anderzijds kunnen ze ontsporen richting piekeren. Al piekerend geraken we niet verder, we blijven steeds dezelfde dingen denken. Vermoeiend, en contraproductief. Beter is het dan met mensen te praten. Al praten kom je verder: je ordent je gedachten en komt tot nieuwe inzichten, een spiraal in de plaats van cirkels.
De volgende stap gaat vaak over het al of niet gaan samenwonen. Ook hierbij kunnen heel wat praktische omstandigheden een rol spelen: de werkplek van beide partners, het bestaan van kinderen en hun school, hun vrienden, hun andere ouder. Soms is een LAT-relatie het hoogst haalbare, soms is samenwonen wel mogelijk, met of zonder contract of huwelijk. Ook bij duurzame samenlevers duikt regelmatig de vraag op of ze wel verder willen met hun relatie. Van tijd tot tijd wordt bewust of onbewust de balans opgemaakt: steek ik meer in de relatie dan ik eruit haal, of blijft de resultante positief?
Dat alles maakt het blijvend samenleven hoe langer hoe zeldzamer. Al deze vragen betreffende relaties moeten positief beantwoord worden door twee partners om een relatie verder te zetten. Bij twijfel komt vaak de vraag aan bod: volg ik mijn hart, mijn hoofd of mijn buikgevoel?
Mensen die vooral hun hoofd volgen, de rationalisten, hebben meer kans op stabiliteit in leven en relaties. De keerzijde van de medaille is dat het passionele op termijn vaak te wensen overlaat.
Personen die vooral hun buikgevoel of intuïtie volgen, hebben vaker passionele ervaringen. Daar staat tegenover dat hun relaties minder lang duren, eenvoudig omdat passie voorbijgaat. En dan wordt de kans groter op een nieuwe passie voor iemand anders.
Minder duidelijk is wat bedoeld wordt met ‘mensen die hun hart volgen’. Gaat het dan om ethisch gestuurde keuzes van mensen die het goede nastreven, rekening houdend met de gevolgen van hun beslissing voor de belangrijkste betrokkenen? Of gaat het om diegenen die de ratio en het gevoel even zwaar laten doorwegen in hun beslissing, op zoek naar het juiste evenwicht? Misschien overbrugt het hart inderdaad de kloof die kan bestaan tussen hoofd en buik. Het hart ligt ook letterlijk tussen hoofd en buik in. Een verdedigbaar compromis tussen passioneel en een stabiel leven, tussen waardevolheid en duurzaamheid. Natuurlijk heeft het geen zin in een uitgebluste relatie te blijven zitten, zoals het geen zin heeft op elke verliefdheid in te gaan. Je hoofd erbij houden terwijl je je passie volgt, dat is misschien waar het hart voor zorgt.